Welkom, buur van de natuur

Samenwerken voor meer Natuur in je Buurt. Daar gaan we voor! Natuur in je buurt komt niet in één, twee, drie. Natuur moet de kans krijgen om te groeien.



Delen

Tijdens het groeien kan je als buur soms vragen hebben. Waarom maait de groendienst niet vaker? Distels en brandnetels, is dat geen onkruid dat bestreden moet worden? En wat met een overhangende tak op mijn perceel? Wij vertellen je graag waarom we terreinen natuurvriendelijk inrichten en welk beheer moet worden toegepast. En natuurlijk welk eindresultaat we verwachten.

Proficiat, je bent de trotse buur van betere toekomstige natuur. Mogelijk heb je via een participatieproces zelfs je mening gegeven over die natuur in je buurt. Je hebt je noden meegedeeld, input gegeven op de plannen, … In je hoofd voel je je zelfs al trotse mede-eigenaar en ontwerper. Mooi is dat. 

En toch heb je enkele vragen. De speelheuvels, de wadi, wandelpaden en zitbanken zijn er al wel. Maar wat met al dat groen? Het bosplantgoed is voorlopig eerder een hoop stokjes in wat aarde. De bramen tieren weelderig in het nieuwe bosje. En bij de bloemenweide jeukt het zo erg dat je je groene vingers moet tegenhouden om onkruid te wieden. Dit is het moment waarop je geduld heilig is. Geef de kans aan de natuur om te groeien. Een grasvlakte of een voormalig verhard terrein tover je niet in één-twee-drie om tot een groene oase.

Natuur is nuttig

Van Europa over Vlaanderen en zijn provincies tot de gemeenten, iedereen stimuleert meer natuur. Er is de Green Deal en de Blue Deal van Europa, Vlaanderen wil 1 miljoen extra bomen in deze beleidsperiode, Vlaams-Brabant wil 4.000 hectare extra bos tegen 2024, … Er zijn subsidies voor toegankelijke natuur, natuur in je buurt, duurzame biodiversiteitsprojecten, … Allemaal omdat de nood zeer hoog is. Verharding verkoelt niet, natuur wel. Een monotoon grasplein is een voedselwoestijn voor onze insecten, kruidenrijk grasland of een bloemenweide helpt hen vooruit. Een boom haalt CO2 uit de lucht, geeft zuurstof terug en je kan in zijn schaduw schuilen voor de zon. Houtkanten houden de vochtbalans van de bodem op peil. Een wadi of poel helpt bij overvloedige regen en laat die langzaam de grond indringen terwijl amfibieën en insecten er kunnen overleven. Al dat groen in de onmiddellijke woonomgeving is positief voor de woonkwaliteit en het welzijn en de sociale samenhang van de mensen. Mensen geven hun mentale en fysieke gezondheid een boost als ze regelmatig in de natuur vertoeven. En kinderen die buiten ravotten maken minder ruzie. De lijst met voordelen is divers en eindeloos.

Regionaal Landschap Brabantse Kouters wil bovendien zoveel mogelijk groene en natte natuur met elkaar verbinden. Dat maakt het immers sterker. Zo kunnen de insecten, vogels, zoogdieren, amfibieën… zich beter door het landschap verplaatsen. Ze vinden eten in de bloesems en bessen van het inheems plantgoed, ze kunnen zich voortplanten in de bosjes, hun nest bouwen in de bomen of het kruidenrijk grasland, zich verplaatsen door de heggen, ….

Elk extra stukje natuur helpt. Het is goed voor jou, voor de omgeving en de biodiversiteit. Je mag trots zijn op de nieuwe natuur in je buurt. 

De start

Elk stuk grond heeft zijn voorgeschiedenis. Misschien was het terrein verhard, misschien was een voetbalterrein met enkel gras en een goal, misschien werd het gebied gebruikt voor bewoning, mobiliteit of bedrijvigheid. Tijdens de planopmaak houden we rekening met de voorgeschiedenis en zoeken we naar de winst voor natuur zonder andere gewenste functies zoals ontmoeten, spelen en tot rust komen uit het oog te verliezen. We kijken naar extra wandelverbindingen om het gebruik en de beleving te maximaliseren. Al deze bouwstenen puzzelen we samen tot een gedragen nieuw stukje natuur. Uiteraard moeten er zaken verwijderd worden of zal grond omgewoeld worden waardoor er vaak een verlaten maanlandschap achter blijft. Maar als je goed kijkt zal je naast de zitbanken, picknicktafels of speelbalken ook hier en daar nieuw streekeigen groen vinden. De start van nieuwe natuur.

De tussenfase

Laten we eerlijk zijn. Meteen na de aanleg komt een ietwat ongeduldige periode. Dan vragen we aan de natuur om onze goedbedoelde ideeën te volgen. Maar ze heeft haar karakter en wetmatigheden waardoor er wel al eens wat vertraging of verandering op deze ideeën komt te zitten. Planten moeten de kans krijgen om te groeien, bloemen moeten meteen concurreren tegen stevige grassen. Kruiden op de speelheuvels zoeken water om te kunnen kiemen. Bepaalde delen gingen op de schop waardoor we hier van nul starten. Op andere plaatsen hebben we juist bestaande graszones, struiken en bomen behouden en bouwen we hierop verder. 

Dit zorgt in deze fase vaak voor een gemengde dynamiek van nieuw en bestaand en dat vraagt op haar beurt ook maatwerk in de aanpak. 

In een tijd waarin alles zo snel gaat, moeten we onszelf de tijd gunnen om alles tot ontwikkeling te laten komen zonder daarbij het goede eindresultaat uit het oog te verliezen. Bramen zullen verdwijnen zodra het bosgoed een gesloten bladerdek maakt. Het lange gras beschermt het jonge plantgoed nu nog tegen uitdroging, maar vermindert naarmate de struiken groter worden De blote oever van de wadi of poel zal stilaan meer oevervegetatie krijgen.

Het eindresultaat

Als we de natuur de tijd geven om te groeien en aan te passen aan de verbeterde condities krijgen we hiervoor heel wat in de plaats. Er ontstaat een plek in harmonie en evenwicht waar het aangenaam vertoeven zal zijn. Niet alleen voor de vogels en de insecten, maar ook de buurtbewoners.

Het beheer

Om dit alles mogelijk te maken en op de lange termijn te verzekeren is een aangepast beheer noodzakelijk. Want een diverse invulling van het terrein vraagt ook een gedifferentieerde beheeraanpak. Elk terrein is op te splitsen in verschillende zones met telkens een ander beheer. De lokale groendienst weet perfect wanneer welk stuk gemaaid of gesnoeid moet worden. 

Beheerplan Bunderplein

  • Tussen het park en de percelen van de particulieren wordt over 1 meter breedte de strook gemaaid met de bosmaaier en de overhangende takken weggesnoeid.
  • De loofbomen krijgen jaarlijks een onderhoud en begeleidingssnoei. Hiervan wordt het beheer elke vijf jaar geëvalueerd.
  • De houtkanten worden pas na jaren teruggezet en dat gefaseerd. Door slechts één derde van de houtkant te snoeien tot op 10 cm boven de grond, kan de fauna nog steeds in het overgebleven twee derde terecht. Enkele jaren later wordt een ander derde beheerd enz. Het snoeiafval van de houtkant wordt ter plaatse verhakseld en verspreid om de bodem te verbeteren en vochtig te houden.
  • Het kruidenrijk grasland en de bloemenweide (met bloembollenzone) kan 2 tot 3 keer per jaar gemaaid worden, dit gebeurt tussen eind mei en juli en een tweede keer eind september, begin oktober. Dit maaisel wordt altijd meegenomen. Zo verarmt de bodem en komen er steeds meer bloemen. We noemen dit extensief beheer. Een streling voor het oog en een paradijs voor bijen en vlinders.
  • Het grasveld, het graspad, de grasstrook langs het porfierpad en de stukken gras onder en rond de banken en speelbanken worden 14 keer per jaar gemaaid. Ook dit maaisel wordt afgevoerd.
  • In de wadi wordt de wilgenopslag jaarlijks verwijderd en de talud gemaaid op hetzelfde moment als het kruidenrijk grasland. 

En jij?

De natuur stopt niet aan de grenzen van het terrein. Er zijn immers talloze eenvoudige, maar ook effectieve manieren waarop jij als buurtbewoner en tuineigenaar een positieve impact kan hebben op de natuur en de biodiversiteit. Het begint bij het creëren van een gastvrije omgeving voor verschillende soorten planten en dieren. Plant inheemse bloemen, struiken en bomen die van nature voorkomen in jouw regio. Deze planten bieden voedsel en beschutting voor een breed scala aan insecten, vogels en andere dieren. 

Verrijk je tuin met diverse plantensoorten die het hele jaar door voedsel bieden. Denk aan bloeiende planten met verschillende bloeitijden, zodat er altijd nectar beschikbaar is. Overweeg ook het toevoegen van planten met bessen of zaden, die een waardevolle voedselbron zijn voor vogels en kleine zoogdieren.

Creëer variatie in hoogte en textuur door het toevoegen van struiken, hagen, klimplanten en bomen. Deze verschillende lagen bieden schuilplaatsen, nestplaatsen en voedsel voor diverse dieren. Een vogelhuisje of een insectenhotel kan ook een welkome aanvulling zijn, waardoor je tuin een thuis wordt voor verschillende soorten vogels en nuttige insecten.

Ook het gras mag gerust wat ruiger. Natuurlijk is een stukje kortgemaaid gras een ideaal trap- of speelveldje. Maar op plekken die minder intensief gebruikt worden, kan je het gras gerust wat langer laten staan. En in combinatie met kortgemaaide wandelpaden ziet het er bovendien mooi contrastrijk uit. Als je voor de extensieve plekken je maaibeurten vermindert tot één à twee keer per jaar, krijg je meer bloemen tot zelfs een natuurlijke bloemenweide. Let daarbij wel op dat je ook het gras afvoert naar een verzamelplek. Dit zorgt er immers mee voor dat de bodem niet voedselrijker wordt. Immers, hoe armer de bodem, hoe rijker de bloemenpracht. Met die reden is het ook geen goed idee om je gras over de perceelgrens te gooien. Het is niet alleen strafbaar maar zorgt er bovendien voor dat de brandnetels je enorm dankbaar zullen.

Putter/Distelvink
© Vilda - Lars Soerink

Met zijn lange snavel haalt de putter of distelvink de zaden uit de distel.


Egel in winterslaap.
© Vilda - Rollin Verlinde

De egel slaapt 's winters onder de gevallen bladeren.


Rups dagpauwoog op brandnetel
© Vilda - Rollin Verlinde

De brandnetel is een waardplant van wel zeven vlinders, zoals de dagpauwoog, de gehakkelde aurelia, de kleine vos, de distelvlinder… Zonder brandnetel geen plek om vlindereitjes te leggen en geen voedsel voor de pas uitgekomen rupsen.


Kamsalamander
© Vilda - Lars Soerink
Vuursalamander
© Vilda - Rollin Verlinde

Een salamander verplaatst zich onder het struikgewas van poel naar poel. Hij schuilt onder houtkanten, in vermolmde boomstronken, braamstruwelen, ruigtes, ….


Bij op paardenbloem.
© Vlaams-Brabant

De paardenbloem is een stuifmeelbommetje voor heel wat bijen in het voorjaar.


vlinder op braam
© Vilda - Jeroen Mentens

De braambloesems zijn een lekkernij voor de bijen en vlinders, de braambessen een voedzame maaltijd voor vogels. Die maken er ook graag hun broednest onder, lekker beschut tegen roofdieren.


© Vilda - Yves Adams

Een steenuil schuilt in de holte van een knotboom.


Fraaisteelmycena
© Luc Larivière

Dood hout is een ogenschijnlijk levenloos en vaak een vergeten onderdeel, maar speelt eigenlijk een buitengewoon belangrijke rol in de natuurlijke cyclus van het ecosysteem. Hoewel het misschien niet zo aantrekkelijk lijkt als zijn levende tegenhangers, is dood hout van onschatbare waarde voor de biodiversiteit en het voortbestaan van verschillende soorten.

Een van de belangrijkste functies van dood hout is het bieden van een thuis voor talloze organismen. Insecten, zoals kevers en houtwormen, vinden er een ideale omgeving om te nestelen en hun larven groot te brengen. Deze insecten vormen op hun beurt een smakelijke prooi voor spechten, die in holtes in het dode hout kunnen nestelen. Het dood hout fungeert als een natuurlijk huis, waar verschillende soorten samenleven en afhankelijk zijn van elkaar. Bovendien als hout afbreekt, worden voedingsstoffen langzaam teruggegeven aan de bodem. Paddenstoelen spelen een cruciale rol bij de afbraak van het organisch materiaal en dragen zo bij aan de voedingsstoffencyclus.